- Eerste inspectie: na ca. 100–300 km (kabels/spaken zetten zich; bijstellen nodig).
- Regelmatig: afhankelijk van gebruik ongeveer elke 6–12 maanden of ca. 2.000 km.
- Daarnaast: vóór lange tochten, na een val/stoot of bij opvallende geluiden/verminderde remwerking.
- Veiligheid: remmen (voering/dikte, drukpunt), stuur/lagers, aandraaimomenten van bouten.
- Aandrijving: ketting/riem, schakeling/overbrenging, tandwielen/slijtage, riemspanning.
- Wielen/banden: uitlijning, spaakspanning, profiel & druk.
- E-systeem: software/foutcodes, updates, sensoren, contacten, accudiagnose.
- Vering: voorvork/demper (indien aanwezig), speling/sag, afdichtingen.
- Bewaar serviceboek/factuur; werkzaamheden worden gedocumenteerd.
- Firmware-updates & diagnoses worden vastgelegd – handig bij latere vragen.
- Slijtende onderdelen vallen niet onder garantie; regelmatige vervanging hoort bij het onderhoud.
- Velowallet Laat de inspectie registreren of verifieer deze.
- Noteer belangrijke bijzonderheden (geluiden, schakelen, remmen, elektronica).
- Neem de accu mee (halfvol), houd sleutels/diefstalbeveiligingscodes bij de hand.
- Maak de fiets grof schoon (geen hogedrukreiniger) – vergemakkelijkt de service.
- Indien beschikbaar: neem serviceboek/facturen/VELO-ID/onderdelenlinks mee.